Algemeen directeur ESOMAR Finn Raben sprak op het Neuromarketing World Forum 2012 te Amsterdam. Wat heb je in B2B marketing aan neuromarketing?

Raben plaatst de neurowetenschap in de context van een relatief traditionele branche van marktonderzoek. ESOMAR’s missie is het bevorderen en verbeteren van marktonderzoek wereldwijd. Finn Raben maakt zich sterk voor de toegevoegde waarde die de neurowetenschap kan hebben in marktonderzoek. En ontwikkelde daarom een set van 36 vragen die inkopers van B2B marktonderzoek gebaseerd op neurowetenschappelijke inzichten en tools beter in staat moeten stellen om de juiste oplossingen (en partners) te selecteren. Een raamwerk dat andersom ook de aanbieders van neuromarketing onderzoek beter in staat moet stellen om te beantwoorden aan de nieuwe, en zich ontwikkelende behoeften van opdrachtgevers op dit gebied.

Nieuwe marktonderzoek methoden zijn volgens gerenommeerde neurowetenschappers als Zaltman, Dunbar en Van der Hoven nodig om beter te luisteren naar de sturende factor achter menselijk gedrag: het onbewustzijn. Altuition partners Veldhoen en Van Slooten beschrijven dit in hun boek ‘De 9+ organisatie’ als volgt: “De resultaten van traditioneel onderzoek bieden slechts beperkt inzicht in wat er zich in het onbewuste afspeelt en laten daarmee een groot potentieel aan vernieuwing en verbetering onbenut”.

Hieronder Raben’s presentatie zoals gedeeld door de Neuromarketing Science & Business Association. Eerlijkheidshalve moet ik erbij vermelden dat de presentatie vooral over de hierboven beschreven checklist gaat, en geen eenduidig antwoord geeft op de in de titel van de presentatie gestelde vraag. Door de vraag “wetenschap, kunst of zwarte magie?” te stellen plaatst Raben (bewust of onbewust) wel vraagtekens bij de stelling of deze discipline überhaupt wetenschappelijk is.

Deze video wordt niet getoond omdat er (nog) niet akkoord is gegaan met het plaatsen van cookies.
Wijzig keuze

Persoonlijk denk ik dat zwarte Magica thuis hoort in de Donald Duck, en kunst in het museum. En heb ik voldoende grond gezien om te geloven in de wetenschappelijke basis voor neuromarketing. De vraag uit Raben’s presentatie is voor mij daarmee een retorische. Oordeel zelf na het zien van zijn presentatie: vertegenwoordigt Raben’s uitspraak misschien een breder gevoel van scepsis in het bedrijfsleven en de overheid als het gaat om de wetenschappelijke grondslag en de praktische waarde van neuromarketing? Hoe kunnen reclamebureau’s, marktonderzoek instellingen en marketeers neuromarketing de ‘vleugels’ geven die deze discipline verdient?

Benieuwd naar jouw mening. Deel die in reactie onder deze blogpost.

Soms spreekt een plaatje meer dan duizend woorden. Gebaseerd op het meesterwerk van Robert Cialdini ‘Invloed’ hierbij de 6 wetten van ‘Social Commerce’. Verpakt in een fraaie infographic. Welke wetten der psychologie en beïnvloeding zijn van toepassing in de handel, ook in business-to-business? Omdat deze zo treffend is (ondanks het ontbreken van een bronvermelding naar de geestelijk vader, schande!) heb ik ‘m ook ook op Pinterest toegevoegd onder tabje Neuromarketing.

Marketing automation oplossingen waaronder Eloqua, Marketo en HubSpot beloven hun best te doen bij het ‘opwarmen’ van prospects tot gekwalificeerde opportunities. Lead nurturing heet dat ook wel in het engels.

Onderzoek toont aan dat prospects in business-to-business markten tot 70% van hun gehele koopproces zelf aan de ‘koopknop’ willen zitten. En niet willen worden lastig gevallen door een telefoontje (laat staan een bezoek!) van de account manager of sales representative.

Geduld is daarbij een schone zaak. Door de prospect met kleine stapjes content te ‘voeden’. Te informeren, te onderwijzen. Misschien zelfs te onderhouden. Sales komt daarbij nog niet ‘im Frage’. Advies wel.

Waarom zou je dan bij een lead nurturing email dit bericht afsluiten met een functie omschrijving die toch al naar sales riekt? Senior Koopadviseur (of in het engels: Senior Customer Consultant) klinkt toch al een stuk sympathieker?

Hoe kan jullie B2B online kanaal er wel voor zorgen dat prospects en klanten een volgende stap laat nemen in hun koopproces? Lees deze DutchmarQ whitepaper: ‘Is online onnodig in B2B Sales?‘.

Q1: Wat is de belangrijkste informatie op jullie website als B2B bedrijf?
Q2: Hoe kun je jullie missie op de homepage het beste communiceren?
Q3: Wat bewijst jullie toegevoegde waarde in 1 oogopslag online?

A1: Jullie portfolio aan producten of diensten is niet het juiste antwoord.
A2: Een zinnetje als ‘de toonaangevende leverancier in ….’ is niet de beste manier…
A3: Het item in je hoofdnavigatie met Klantenlijst bewijst dat (nog) niet.

Twee of drie vragen fout? Lees dan de rest van deze blogpost.

Reptielenbrein

 

 

 

 

 

 

 

 

Derde hersenhelft
Zelf heb ik het wel eens over mijn ‘derde hersenhelft’ als ik verwijs naar mijn iPhone 4: steun en toeverlaat bij het opzoeken van weetjes, agenda en meer. Feitelijk gebruiken klanten wanneer ze besluiten nemen niet 1 maar 3 breinen. Allereerst de neo-cortex, dat rationele gegevens en informatie verwerkt. Ten tweede het midden-brein dat emotionele informatie verwerkt en tenslotte het oude brein ofwel reptielenbrein. Dat laatste onderdeel van ons brein vormt feitelijk ons koopinstinct. Neurowetenschappers geven aan dat dit deel van ons brein de kern is van de hersenen van de voorgangers van homo sapiens. En daarmee in essentie 500 miljoen jaar oud. De neuromarketing gaat er daarom vanuit dat  het geschreven woord lang niet altijd dat oude brein prikkelt. De periode van onze geschiedschrijving is immers pas 20.000 jaar jong (!).

6 prikkels op het oude brein 
Mede-oprichter van SalesBrain uit USA, Patrick Renvoise, schetst de 6 stimuli die wel dit oude brein prikkelen. Dit zijn respectievelijk:

  1. Eigen belang: de klant is primair geinteresseerd in zichzelf, echt niet in jullie de leverancier.
  2. Contrast; voor en na, zonder of met, uitstel of nu beslissen enzovoort.
  3. Tastbaar: maak waar mogelijk de impact van je product of dienst ook tastbaar. In een recente campagne in e-dienstverlening #overmorgen bij opdrachtgever UWV werden ondermeer graffiti rondom het hoofdkantoor ingezet waar medewerkers letterlijk niet omheen konden.
  4. Begin & eind; uit neuromarketing onderzoek blijkt dat de middelste van een set waarnemingen (een lijst, set webpagina’s) weinig impact hebben. De eerste en laatste worden relatief beter onthouden.
  5. Visueel; het oude brein is visueel ingesteld. Houd dus de hoeveelheid tekst beperkt en prikkel met plaatjes.
  6. Emotie! De portugese neuroloog en schrijver Antonio Damasio formuleert het als volgt; “we are not thinking machines that feel, we are feeling machines that think”.

Welke stappen dienen B2B marketing directeuren en sales executives te doorlopen bij het  beter online prikkelen van het reptielenbrein van hun doelgroep?

I) Stel de pijn vast (‘pain’), benoem die en maak ‘m visueel
De homepage van een B2B bedrijf dat het oude brein van prospects, klanten en andere stakeholders maximaal wil prikkelen moet beginnen met de pijn van de klant. Zijn pijn, niet jullie producten of diensten.

II) Claim duidelijk jullie onderscheid en niet-kopieerbaarheid
Zo’n 95% van alle websites begint met een zin die lijkt op “we zijn 1 van de leiders op het gebied van XYZ’. Dat is onvoldoende. Je moet kunnen zeggen; “we zijn de enige leverancier in XXX, of we zijn de beste in onze markt”. Neem jullie niet kopieerbare boodschap als vertrekpunt.

III) Toon ook jullie toegevoegde waarde (‘gain’) zo concreet mogelijk aan.
De claim ‘We leveren hoogwaardige cloud services’ is nog geen bewijs voor het feit dat cloud services bij jullie in goede (of de beste!) handen zijn.

Welk bewijs leveren jullie voor jullie claim? Hoeveel waarde leveren jullie vs de kosten: klanten zijn (terecht) per definitie sceptisch. De 4 typen bewijs: a) klant cases, liefst in beeld en geluid uitgesproken. Dat zijn immers onafhankelijke 3rd partij getuigen van hoe jullie prestaties echt zijn. Referenties gaan bovendien over het verleden en bewezen feiten b) Demo, software of visuele demo. Al iets minder sterk, want kan suggestie wekken dat hiermee gemanipuleerd is c) Statistiek en andere (markt)data en d) visie – vertrouw me, we gaan jullie rijk maken omdat …

IV) Prikkel consistent het reptielenbrein
Doe dat in alle uitingen van je marketing, communicatie, sales en service het reptielenbrein. Doe dat door een mix van de bovengenoemde 6 stimuli.

B2B bedrijven maken over het algemeen minder gebruik van emotie in hun uitingen, daarover binnenkort een andere blogpost.

V) Verlaag de drempels en help de prospect een eerste stap te zetten
Zeker voor nederlandse ‘reptielenbreinen’ dient jullie website een risicoloos aanbod te bevatten om B2B prospects in beweging te krijgen. Een aanbod dat bovendien kristalhelder gecommuniceerd wordt: dit is de spreekwoordelijke ‘banaan’ uit het boek van marketing goeroe Seth Godin. Een risicoloos aanbod kan bestaan uit een artikel, publicatie, whitepaper of de uitnodiging om deel te nemen aan een webinar. Risicoloos, want kosteloos. En vanuit de luie burostoel te volgen (danwel na 5 minuten weer te stoppen mocht het alsnog niet bevallen).

 

Kijk eens naar jullie eigen website in B2B. Op welke manier prikkelt deze de koopknop in het reptielenbrein van jullie prospect en klant? Of is deze vooral geschreven vanuit jullie perspectief, jullie portfolio en jullie ‘gain’? 

Hoe kan jullie B2B website er wel voor zorgen dat deze prospects en klanten prikkelt op de (spreekwoordelijke) ‘koopknop’ te drukken?

Vraag de gratis ‘reptielen’ nulmeting door DutchmarQ van jullie website hierbij aan

 

Het prikkelen (of doen afhaken) van mogelijke klanten begint natuurlijk al eerder in het oriëntatieproces online. Bijvoorbeeld in het zoekproces. Hoe kan SEO het verschil maken? Zie dit voorbeeld van Capgemini Consulting.

 

Als nieuw social business platform wil Let’s Lunch na een vliegende start in ondermeer de USA nu ook in Nederland professionals via lunches nieuwe, relevante relaties laten ontdekken.

De mens is een sociaal dier en de meeste sociale media platforms voorzien in intensief virtueel contact met soortgenoten ver weg en dichtbij. Op congressen en beurzen komen de digitale en fysieke component steeds vaker samen via een twitter wall als ‘tweede scherm’ waarop de aanwezige deelnemers vragen en opmerkingen kunnen voorleggen aan sprekers, elkaar en het publiek elders. Vaak via een hashtag zoals #ITopEvent2012.

Maar we zijn in ons brein voorgeprogrammeerd om te kiezen voor het directe, menselijke contact als we echt belangrijke beslissingen moeten nemen. Ons oude brein weegt zonder dat we daar bewust van zijn ook het oogcontact en de body language van een nieuwe collega of leverancier bij het maken van een koopbeslissing.

Allain Silbernberg en Dick Ettema van friendship reclameburo Bite the Lemon uit Amsterdam ging op hun Mid Summer event nog een ludieke stap verder door de lancering van een nieuw sociaal platform Huggspot.com. Als ’the next big thing’ in sociale netwerken die de kracht van virtuele en real-life ontmoetingen tussen zakenpartners centraal stelt en bezegelt met een omhelzing (de ‘hug’).

Sociale netwerken & kans op business
Verreweg de meeste interactie op sociale media is ongestructureerd, relatief willekeurig en oppervlakkig. Waarmee deze sociale media netwerken lang niet altijd business opleveren zoals beschreven in mijn vorige DutchmarQ blogpost. Uitzonderingen zijn de betere blogposts waar een diepere analyse gevolgd kan worden door interactie met derden. En daarna als content gevonden, gedeeld wordt en converteert in leads via zogenaamde inbound marketing.

De benefits van een hybride (want virtueel en fysiek) sociaal platform als Let’s Lunch lijken duidelijk: er komt een slimme match tot stand, intensiever menselijk contact en een kennismaking tijdens een rustmoment in de dag die uitgaat van reciprociteit. Gaat Let’s Lunch als wederkerig social business netwerk echt het verschil maken en op termijn zelfs LinkedIn passeren?

 

Wie heeft er nog tijd voor lunch?
Wij Nederlanders staan niet echt bekend om onze uitgebreide lunchcultuur. Onze zuiderburen grappen vaak over het hollandse broodje kaas en glaasje melk. Haastig geconsumeerd tussen de ochtendvergadering en de workshop ’s middags.

Let’s Lunch gaat er vanuit dat tijd juist niet het struikelblok is. De online elevator pitch van Let’s Lunch luidt dan ook vrolijk: “Let’s Lunch Nederland maakt gebruik van de tijd die mensen toch al hebben om te gaan lunchen door het vinden van nieuwe zakenpartners.”

Hoe werkt Let’s Lunch?
Het aanmaken van je profiel kan eenvoudig door hergebruik te maken van de gegevens uit een bestaand social media profiel. Via social login kun je bijvoorbeeld de informatie van LinkedIn gebruiken om die gegevens over te nemen en waar gewenst deze aan te passen. De volgende stap is het instellen van de zakelijke interesses en deze per sector te specificeren. Uiteraard geef je ook op wanneer je beschikbaar bent voor lunch en op welke locaties dit schikt. Handmatig, wel te verstaan want een connectie naar je agenda ontbreekt nog.

Daarna vindt via een algoritme een match met de mogelijke business partner plaats. Beide professionals aan wie de match voorgesteld wordt kunnen deze accepteren of afwijzen.

Katherine Kucherenko is country manager voor Let’s Lunch Nederland en benadrukte mij onlangs dat Let’s Lunch niet bedoeld is als de professionele tegenhanger van meer romantische matching engines als e-matching of Lexa. En dat het matchen door Let’s Lunch uiteraard niet alleen aan het algoritme wordt overgelaten: “je kunt zelf andere professionals vinden gefilterd op onder andere sector, persoonlijke interesses en/of locatie. Vervolgens kun je een onbeperkt aantal professionals voor een lunch uitnodigen. Ook is het versturen van persoonlijke berichten naar iemand buiten jouw netwerk mogelijk (in tegenstelling tot LinkedIn), tenzij deze persoon heeft aangegeven niet door onbekenden met een bericht te willen worden benaderd.”

Social matching: meerdere dimensies
Effectieve social matching gaat wat mij betreft – niet gehinderd door het ontbreken van eigen wetenschappelijk onderzoek daarnaar – verder dan het opereren in dezelfde branche of het dragen van dezelfde titel als VP, business developer of senior engineer op je kaartje. En ook verder dan het hebben van een gezamenlijke professionele belangstelling voor bijvoorbeeld online marketing. Zeker in business-to-business gaat het immers om relatief zeer intensieve relaties met weinig klanten. Marketing en sales in business-to-business is mensenwerk, en zou je dus ook kunnen omschrijven als ‘people-to-people’.

Social matching zou  idealiter juist ook rekening moeten houden met de overlap in bijvoorbeeld persoonlijkheid, introvert of extrovert zijn, type opdrachtgevers voor wie men gewerkt heeft (cq wil werken!), netwerk in de academische wereld, bookmarks online gedeeld via AddThis of Delicious, sporten en hobbies zoals gedeeld op facebook, type foto’s zoals gedeeld op Pinterest, Instagram of Flickr, boeken gelezen, blogposts geschreven of becommentarieerd, referenties van collega’s en klanten enzovoort. En uiteraard op het gezamenlijk vormen van een passende vraag- en antwoord combinatie.

Expliciete uitingen dus van hoe we als mens in elkaar steken. En daarmee eigenlijk nog maar het topje van de ijsberg van wie we werkelijk zijn. Zolang resultaten van hersenscans zoals fMRI of eye-tracking echter nog geen onderdeel vormen van sociale media profielen moeten we het hiermee doen. Neuromarketing combineert als relatief nieuwe discipline de psychologie van de klant met hersenwetenschappen.

So Let’s Lunch?
Elk hulpmiddel om meer gericht te netwerken juich ik toe, zeker als het nuttige met een aangename lunch kan worden gecombineerd. Of Let’s Lunch in Polderland het verschil gaat maken moet nog blijken. De fysieke lunch component van Let’s Lunch lijkt op zichzelf een te karige boterham om het verschil te maken met de kracht van bijvoorbeeld LinkedIn. Slimmere koppelingen naar je agenda (tijd) en smart phone (plaats) zijn nodig voor een spreekwoordelijke smakelijke laag boter op die basis-boterham. Maar Let’s Lunch wordt pas echt een smakelijke pistolet brie als meer, ‘rich content’ wordt ingezet bij het matchen van gelijkgestemde lunch buddies die zich nog niet bewust zijn van de waarde die zij voor elkaar hebben.

Lunch of koffie?
Wil je tijdens een kop koffie, glas jus d’orange of meer uitgebreide lunch persoonlijk kennismaken om onze wederzijdse kansen in B2B online marketing te bespreken? Laat dan hier een berichtje achter.