Te weinig budget. Dat is de grootste uitdaging (of kopzorg?) voor B2B marketeers volgens onderzoek van Demandbase en Ziff Davis. Dat (USA) onderzoek dateert weliswaar van augustus 2012 maar is ook begin 2013 wat mij betreft ook aan deze kant van de plas nog even herkenbaar.
Onder druk van krimpende budgetten is het geen verrassing om te zien dat SEO, social media marketing en inbound marketing de top 3 vormen van meest populaire tactieken in B2B. Deze illustratie van emarketer onderstreept dit, zoals eerder deze week op het emarketer.com blog gepubliceerd.
Wel verrassend: 74% van alle content door B2B marketeers geproduceerd adresseert een specifieke business behoefte of oplossing. Andere content types dekken misschien een ander perspectief. Ze gaan over een bepaalde branche of segment (64%), producten en brochures (48%) of zijn een stukje ’thoughtleadership’ vanuit de aanbieder. Toch zou je anno nu mogen verwachten dat 100% (nou goed, laat het 95%) zijn van alle B2B content in externe gepubliceerde content tenminste een of meerdere behoeften serieus neemt.
Echt opvallend vind ik de tweede staafdiagram. Het nieuwe accent heet focus. Soms is dat meer aandacht voor een geografische markt of segment, danwel op het MKB. Maar met stip op #1 staat de nieuwe aandacht voor het individuele klant of prospect type. Buyer personas zijn daarin een beproefd hulpmiddel. Nog verder gaan zogenaamde beïnvloedingsprofielen zoals beschreven in Digitale Verleiding.
Komt er dankzij minder budget vooral meer focus. Mooie ontwikkeling, toch?
Hoe zorg je in B2B online marketing ervoor dat prospects en klanten graag een volgende stap nemen in hun koopproces? Lees deze DutchmarQ whitepaper: ‘Is online onnodig in B2B Sales?‘.
Wanneer word je zelf vooral geprikkeld om online een volgende stap te nemen of zelfs een aankoop te doen? Wanneer Groupon je erop wijst dat dit exclusieve aanbod nog maar 8 uur en 42 minuten verkrijgbaar is? Als Harvard University zijn naam verbindt aan die newsletter waarop je attent wordt gemaakt? Of als je op LinkedIn ziet dat diverse vrienden en (oud-)collega’s uit je sociale netwerk ook naar dat toch vrij kostbare event volgende maand gaan?
Tijdens de kerstvakantie in Oostenrijk las ik het verleidelijke managementboek ‘Digitale Verleiding’. Maurits Kaptein beschrijft hierin overtuigend hoe ieder mens een eigen uniek, beïnvloedingsprofiel heeft. En daardoor aantoonbaar meer door schaarste (het Groupon voorbeeld hierboven), autoriteit (het Harvard voorbeeld) of consistentie (het LinkedIn event) zich laat prikkelen tot een online klik, besluit of aankoop.
Daar waar het einde van winkels dichterbij lijkt te komen met de verdere opmars van internet, is de conversie van veel offline shops vaak online nog ongeëvenaard. Verlaten 25% of meer van de bezoekers van een boekenwinkel de zaak met een aankoop, in warenhuizen en supermarkten ligt de conversie nog veel hoger. Internet leidt dan weliswaar tot veel meer bereik, maar ook tot veel minder impact. Zelfs bij effectieve marketing automatisering is de conversie in veel B2B-omgevingen immers niet veel meer dan 2% (in ratio van bereik tot sales).
Kaptein beschrijft hoe AB-testen, usability inspanningen en multivariaat testen allemaal goed bedoeld zijn. Maar de online marketeer naast een drukke agenda vooral schijnzekerheid geven. Het werkelijk vaststellen van het beïnvloedingsprofiel per klant is een veel betere manier om het verschil te maken. De IT is allang geen beperkende factor meer in het verzamelen, doorgronden en benutten van big data in klantprofielen. Mogelijke beperking is wel het vasthouden aan het oude adagium van segmenteren. En het benadrukken van klantverschillen in geografie, geslacht of hobbies. Gedragsdata zelf zijn een veel rijkere, waardevoller bron om toekomstig gedrag van jullie prospects en klanten te voorspellen.
Hoe zorg je in B2B online marketing ervoor dat prospects en klanten graag een volgende stap nemen in hun koopproces? Lees deze DutchmarQ whitepaper: ‘Is online onnodig in B2B Sales?‘.
Waarom heb jij nog steeds geen donor codicil? Wat is de reden dat je een net iets minder knappe versie van jezelf mee neemt tijdens een kroegentocht? Hoe komt ‘t dat het ontwerp en formulering van (online) formulieren vooral bepaalt of wij ze überhaupt invullen en insturen? En: waarom betalen we vooral graag die prijs die redelijk en ‘fair’ lijkt?
Wanneer, of en hoe wij als mens besluiten blijft boeien. In ons dagelijks leven, en in het bedrijfsleven. En was input voor het congres ‘jij kiest precies wat ik wil’. Vandaag overigens – de publicatie van deze blogpost is geheel toevallig gekozen – precies 1 maand geleden. Met Dan Ariely als voorgerecht, main course en toetje. En met kanonnen van nederlandse bodem zoals Margriet Sitskoorn, Victor Lamme, Jos Burgers en Joris Luijendijk als sidedish.
Aftrap op rode sportschoenen: Dan Ariely
Dan Ariely trapt na de ronkende introductie door een mijnheer in een slecht zittend pak heerlijk losjes af. Gekleed in vale jeans, t-shirt en rode sportschoenen houdt hij zijn publiek in een vol Tuschinksi succesvol de spiegel voor. We kennen onze voorkeuren niet al te best. Precies daarom zijn we erg gevoelig voor de keuzes en prikkels uit onze omgeving. Zo lijkt er amper verschil tussen de vraag om 3 of 10 redenen aan te geven waarom je van je partner houdt. Ariely betoogt dat in werkelijkheid het voor velen best lastig is om er liefst 10 te noemen. Bij het formuleren van de zesde reden begint dat besef te knagen aan de positieve overtuiging die we nog maar kort daarvoor hadden over onze relatie.
Asymmetrische dominantie
Ons brein stelt ons in staat tot het bedenken en realiseren van de meest complexe concepten. Het ironische is dat we helemaal niet graag moeilijke beslissingen nemen. Je zou bijna van kiespijn kunnen spreken. Ook komen we op de automatische piloot tot veel besluiten. Asymmetrische dominantie is een mooi voorbeeld van de wijze waarop dat gebeurt. Stel we kunnen voor het jaarlijkse uitje met de zaak kiezen uit een stedentrip naar Rome of Parijs. Beide zijn europese steden met allure en historie. Tegelijkertijd erg verschillend. De kans is groot dat onze keuze ongeveer fifty/fifty zou uitvallen. Zodra we een 3e optie naar Rome toevoegen – met een extraatje zoals gratis lunch of koffie – wordt ons keuzeproces eenvoudiger. We kunnen beide opties Rome wel tegen elkaar afwegen. En krijgen in verreweg de meeste gevallen een voorkeur voor die optie naar Rome met lokkertje. Het Economist voorbeeld is nog veel bekender: is de print editie van The Economist $59 waard? We weten dat eigenlijk niet. Juist omdat een X bedrag vaak abstract is. Door het toevoegen van onweerstaanbare alternatieven ontstaat een vorm van vergelijkend warenonderzoek. Waarvan aantoonbaar een koopprikkel uitgaat.
Ons brein in beweging
Margriet Sitskoorn laat ons via enkele eenvoudige testjes inzien hoe zeer we in patronen denken. Of beter gezegd: hoe we in patronen ‘doen’. Hoeveel negens zitten er tussen 0 & 100, zoals 19, 29 etcetera? De meesten mensen denken dan in termen van tientallen. En vergeten – ook met HBO of WO opleiding – de 90, 91, 92 etcetera. Juist omdat ons brein in patronen denkt stelt dat ons in staat om razendsnel informatie op de juiste manier te verwerken. We hebben vrijwel geen moeite met het voorlezen van een stuk tekst waarbij alleen de eerste en laatste letters per woord op de juiste plek staan en de rest van de letters een andere plek heeft gekregen. Tegelijkertijd heeft dat denken in patronen ook zo zijn beperkingen. Bij het bekijken van een video waarbij we de opdracht krijgen te tellen hoe vaak een balletje wordt overgegooid missen we andere, niet onbelangrijke informatie, zoals het in beeld verschijnen van een gorilla (!). Of de kleurverandering van het decor. De omgeving waarin we opereren blijkt in sterke mate te verklaren of, hoe en waarom we tot onze keuzen komen. Ons brein is daarbij volgens Sitskoorn verre van een statisch gegeven. Volgens de charmante neurowetenschapper is er sprake van neuroplasticiteit; je brein bepaalt je zijn, maar je zijn bepaalt ook je brein.
Warm aanbevolen
Een warme glimlach wekt sympathie op. Maar andersom voelt het niet goed als je een koude kop koffie in je handen gedrukt krijgt. Onze insula vertaalt dit soort signalen volgens Sitskoorn in een overwegend positief gevoel bij fysieke & persoonlijke warmte versus negatief bij koude signalen. Klinkt heel plausibel toch?
The ‘pain of paying’
Ariely en Burgers behandelen los van elkaar het thema prijs respectievelijk (geef nooit) korting. Beide benadrukken dat we graag een faire prijs betalen. Maar evenzeer vaak niet weten wat een faire prijs is. Stel je deze situatie voor: een automonteur krijgt met 1 gerichte klap op de motor van onze SAAB of Audi het ding weer aan de praat. Vervolgens presenteert hij de rekening voor €100. Dat doet pijn. Wit om de neus vragen we waarom de rekening zo hoog is. Zijn antwoord: ik bereken €1 voor het geven van de klap op de motor, en €99 voor mijn ervaring op precies op de juiste plek die klap te geven.
Ariely: we weten meestal niet hoe we de output moeten waarderen. Dus waarderen we de input: in uren uitgedrukt. “Als een expert slechts in 1 minuut ons probleem oplost zijn we niet bereid ervoor te betalen. Terwijl we eigenlijk alleen oog zouden moeten hebben voor het (positieve) eindresultaat.”
Jos Burgers weet met diverse prikkelende prijs-oneliners zijn publiek in te pakken. “In de uitverkoop betalen mensen altijd meer. Het is immers uitverkoop.” Of: “Als je duurder bent dan de concurrent; wees dan blij. Als je nooit te duur bent, ben je waarschijnlijk te goedkoop.“ Burgers adviseert om geen korting te geven. Wel begrip. Of in ruil voor korting minder te hoeven leveren, of iets extra’s te ontvangen.
Neuromarketing & besluitvorming in business
Victor Lamme benadrukte dat onze beslissingen vrijwel altijd vanuit ons onbewuste al gemaakt zijn. Pas daarna weet onze kwebbeldoos (‘de Mart Smeets van ons zijn’) die keuze voor ons te rechtvaardigen. Lamme gaf daarom aan dat als je werkelijk wilt weten wat iemand denkt of voelt, je hem dat niet moet vragen. Maar die vraag ‘te stellen’ aan zijn brein via effectief neurowetenschappelijk onderzoek. Een effectieve campagne ter beïnvloeding van koopgedrag of meningen gaat volgens professor Lamme vooral over het ‘indrukken van de goede knoppen’. Niet het beïnvloeden van meningen.
Het bestaan van een zogenaamde koopknop is wat mij betreft net wat te simplistisch. Maar daarover meer een vorige keer.
Gevraagd naar de waarde van neuromarketing, ziet Dan Ariely een veelbelovende toekomst. “Maar het is nu nog te vroeg”, zegt de wereldberoemde gedragseconoom en auteur. “Het menselijke brein is veel te gecompliceerd om effectief doorgrond te worden met de technologie van vandaag waaronder fMRI of anderszins”. Ariely sprak op ‘Jij kiest precies wat ik wil’ – gehouden in Tuschinski, Amsterdam eind november dit jaar. Dit event omvatte een inspirerende aaneenschakeling van presentaties over onze vaak irrationale besluitvorming in ons dagelijks leven en in het bedrijfsleven. Met Ariely als de inspirerende rode draad.
Focus groupen: niet te vertrouwen!
Victor Lamme van de VU Amsterdam is het oneens met Ariely. “Neuromarketing is juist erg waardevol gebleken. Ik had een vergelijkbare opmerking als Ariely 3 tot 5 jaar kunnen maken.”, zo zegt Lamme in een interview na zijn optreden. “Virtual Reality stelt ons verder in staat om echte situaties te simuleren en daardoor betere inzichten op te doen in onze besluitvorming”. Professor Lamme claimt dat de voorspellende waarde van fMRI tests significant is, zelfs in relatief kleine steekproeven. Hierin zijn Ariely enLamme het eens. Ariely: “Vertrouw nooit focus groupen: ze mogen soms fantastische verhalen produceren, maar vertellen nooit de waarheid.” Lamme: “als je echt dieper wilt graven en iemand’s gedachten of gevoelens wilt verkennen, moet je dat hem of haar niet zelf vragen. Stel die vraag aan het brein.”
De illusie van de vrije wil
De vrije wil bestaat niet. Zoals neurowetenschappers Margriet Sitskoorn en Victor Lamme benadrukten is onze besluitvorming gebaseerd op diep-gewortelde patronen in ons brein vanuit persoonlijke ervaringen, de samenstelling van onze grijze massa door de evolutie als ‘human species’ en de omgeving waarin we opgroeien en leven. De offline en online context waarin we opereren speelt een sleutelrol op of, hoe snel en op welke wijze we onze besluiten maken. Het overbekende Economist voorbeeld (zie hieronder) illustreert dit treffend.
Waarom kennen we onze eigen voorkeuren niet?
Ariely: “we kennen onze eigen voorkeuren niet zo goed”. Terwijl we worden geconfronteerd met zowel steeds meer informatie overload als nieuwe en andere verleidingen, helpen onze hersenen ons om daarin keuzen te maken. Dan Ariely benadrukte daarbij de menselijke neiging om in het hier en nu te leven. “We zien onszelf graag als rationele wezens, met een langere termijn blik”. In werkelijkheid geven de meesten van ons de voorkeur aan één marshmellow nu boven twee marshmellows over een half uur. Zelfbeheersing is een belangrijke eigenschap van succesvolle mensen en zoiu moeten worden gemotiveerd, aldus Ariely. Hoewel de afwezigheid van een vrije wil een behoorlijk statische, niets-aan-te-doen situatie impliceert, geeft Sitskoorn’s perspectief op neuroplasticiteit toch anders te denken: “je brein bepaalt je gedrag en ‘zijn’, terwijl je zijn op zijn beurt ook je brein bepaalt”.
Betaalpijn
Onze beslissingen en voorkeuren als het gaat om prijsstelling zijn ook vaak irrationeel. Ariely: “Vaak zijn we niet in staat om te denken in termen van de opportunity costs van een aankoop. Het alternatief voor het kopen van een Toyota, is voor de meeste mensen een Honda. Terwijl de echte opportunity cost of alternatieve concurrent een vakantie, nieuwe meubels etcetera zijn.” Het ‘spelen’ met diverse pijnniveau’s qua prijsstelling geeft daarmee kansen om een aankoop te stimuleren of juist af te remmen. Dit kan niet alleen worden gebruikt bij aankoopbeslissingen in B2B maar ook bijvoorbeeld om mensen meer bewust te maken van hun verbruik van energie.
Dan Ariely’s eigen droom
Diezelfde dag sprak ik met dr Dan Ariely over neuromarketing mede namens NMSBA / Neuromarketing Science & Business Association en zijn persoonlijke ambitie. Ariely’s droom is om 3 zaken te realiseren dankzij zijn boeken, lezingen en blogposts. Allereerst hoopt hij dat mensen tot betere beslissingen komen: als individu, bedrijven of overheden. En daardoor vervolgens minder fouten maken. Daarnaast hoopt Ariely op deze manier beter te laten genieten van de sociale wetenschappen zoals gedragseconomie en psychologie.
/wp-content/uploads/2018/12/logo_DQ_kleur_2018-1.png00Paul Hassels Mönning/wp-content/uploads/2018/12/logo_DQ_kleur_2018-1.pngPaul Hassels Mönning2012-12-21 00:19:452018-11-04 10:29:45Jij kiest precies wat ik wil: in gesprek met Dan Ariely
Bestaat er überhaupt nog ruimte voor de hunters onder de Sales? In dit digitale tijdperk heeft de B2B prospect volgens onderzoek al 60% van de koopbeslissing genomen voordat hij/zij openstaat voor contact met iemand van ‘Sales’.
Jay Baer schreef eerder ‘The Now Revolution’ en legde afgelopen weekend de laatste hand aan zijn volgende boek ‘Youtility’. Youtility beschrijft de shift van verkopen naar helpen. In een webinar hoorde ondergetekende met enkele business partners hoe Jay Baer alvast een tipje van de sluier oplichtte.
Maar 2 letters maken het verschil
De betere B2B bedrijven beseffen inderdaad dat met een klein beetje meer, en vooral slimmere marketing veel meer ROI te bereiken is. Niet zozeer door te verkopen alswel te helpen met kopen. Het verschil tussen ‘selling’ en ‘helping’ is maar 2 letters. Maar tegelijkertijd een fundamenteel andere kijk voor veel B2B bedrijven.
SAP koers
De juiste content op het juiste moment, via het juiste kanaal is daarbij cruciaal. SAP bijvoorbeeld stelde vast dat 99,97% van alle webtraffic ‘branded’ zoekverkeer was. Kortom, van mensen die al bekend waren met het merk SAP. SAP verlegde de koers: door via blogging meer op inhoudelijke vragen online in te gaan is de conversie gestegen met 10%. Zo’n 15% van alle bezoekers aan SAP’s blog bezoekt daarna ook SAP.com.
Buyer Persona profielen inkleuren
Jay Baer riep in het webinar ook op om dieper te graven naar de belangrijkste informatie behoeften van je doelgroepen. En buyer persona profielen verder in te kleuren door online informatie te benutten. Die informatie ligt op de spreekwoordelijke virtuele straat als je slim gebruik maakt van keyword analyses, web analytics, conversaties op sociale media en ook via onderzoeken en interviews.
Zorg daarna dat je content programma op die inzichten aansluit. Je zou bijvoorbeeld zowel een blogpost, video serie, whitepaper en e-book kunnen wijden aan een of meerdere specifieke vragen vanuit het perspectief van de klant of prospect.
Market your marketing
Vermarkt je marketing: behandel informatie als een product en gebruik sociale media om je eigen content allereerst te promoten (en daarna pas je bedrijf). Maak Youtility een vaardigheid, geen baan. En zorg ervoor dat service-gerichtheid onderdeel wordt van de cultuur. Het moet net zo vanzelfsprekend zijn voor de CEO als de receptioniste om klanten, prospects en anderen echt aan een antwoord of oplossing te helpen. Elke medewerker heeft kennis of expertise dat hulp of een inzicht biedt. Jay Baer noemt dit de continue zoektocht naar “marketing so useful people are willing to pay for it“.
Hoe zorg je in B2B online marketing ervoor dat prospects en klanten graag een volgende stap nemen in hun koopproces? Lees deze DutchmarQ whitepaper: ‘Is online onnodig in B2B Sales?‘.
We gebruiken cookies om te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Bij verder gebruik van de website, gaan we ervan uit dat je hiermee instemt. Zie voor meer informatie het dutchmarq privacystatement.