Web 2.0, Overheid 2.0, Klant 2.0 enzovoort. We twee-punt-nullen wat af. Reden voor menig professional en bedrijf om liefst alweer van ‘3.0’ te spreken. Natuurlijk zijn organisaties sinds begin 21e eeuw niet opeens radicaal anders, stellen klanten zich niet in een keer volledig anders op bij het selecteren van hun leveranciers, medewerkers en partners en kiezen medewerkers niet alleen nog op basis van wie de beste ‘2.0 papieren’ heeft voor een langdurige verbintenis met een werkgever.
Niet alles is anders met de komst van een kredietcrisis, een klimaatuitdaging van formaat, een revolutie in technologie en telecom, de economische opkomst van BRIC-landen, een sterk vergrijzende bevolking, een rap krapper wordende arbeidsmarkt en een media-landschap dat steeds meer op z’n kop wordt gezet – om maar een paar ontwikkelingen te noemen. Niet alles is anders. Maar veel ook wel.
Binden en boeien in opmars
In mijn optiek wint het duale concept ‘binden en boeien’ alleen maar aan waarde het komende decennium. Voor organisaties die het verschil willen maken, en individuele medewerkers. Niet alleen voor diegenen die ergens iets van ‘vinden’ maar vooral die hun ware identiteit (her)vinden. Om begin 21e eeuw het verschil te maken is het creëren en in stand houden van nieuwe, betere en duurzame relaties met klanten, prospects en andere partners van even groot belang. Het intern en extern binden en boeien liggen daarmee in elkaar’s verlengde.
Albert Froom: binden en boeien geen luxe maar noodzaak
Albert Froom, voorzitter van Altopartners en Managing Partner van Leaders Trust, ziet ‘binden en boeien’ vooral in het interne perspectief van bedrijf en medewerker (en niet in commercieel opzicht tussen een organisatie en haar klanten). Recent sprak ik hem op zijn kantoor in Zeist. In zijn optiek is ‘binden en boeien’ absoluut geen luxe maar absolute noodzaak geworden. Medewerkers hebben behoefte aan ‘een sense of belonging’. Dit is niet sec voorbehouden aan de momenteel veel besproken generatie Y.
Bij de samenstelling van succesvolle teams dienen in zijn optiek meerdere generaties en disciplines steeds meer op effectieve wijze met elkaar samen te kunnen werken. De strijd om de ‘betere medewerker’ is daarnaast begonnen en wint naar verwachting de komende jaren aan intensiteit. Ook is het individu niet alleen mondiger geworden, hij (of zij) heeft ook een stijgende behoefte aan transparantie. Tenslotte is volgens Albert de houdbaarheid van de manager dit decennium korter dan 3,8 jaar (!).
Ik stel voor om – zolang er nog talloze uitdagingen onopgelost zijn op micro-, meso- en macroniveau in Nederland en internationaal – 2.0, 3.0 of voor mijn part 4.0 niet alleen te gebruiken voor het duiden van noodzakelijke verandering en vernieuwing, maar er ook gezamenlijk werk van te maken.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!