Soms spreekt een plaatje meer dan duizend woorden. Gebaseerd op het meesterwerk van Robert Cialdini ‘Invloed’ hierbij de 6 wetten van ‘Social Commerce’. Verpakt in een fraaie infographic. Welke wetten der psychologie en beïnvloeding zijn van toepassing in de handel, ook in business-to-business? Omdat deze zo treffend is (ondanks het ontbreken van een bronvermelding naar de geestelijk vader, schande!) heb ik ‘m ook ook op Pinterest toegevoegd onder tabje Neuromarketing.
Marketing automation oplossingen waaronder Eloqua, Marketo en HubSpot beloven hun best te doen bij het ‘opwarmen’ van prospects tot gekwalificeerde opportunities. Lead nurturing heet dat ook wel in het engels.
Onderzoek toont aan dat prospects in business-to-business markten tot 70% van hun gehele koopproces zelf aan de ‘koopknop’ willen zitten. En niet willen worden lastig gevallen door een telefoontje (laat staan een bezoek!) van de account manager of sales representative.
Geduld is daarbij een schone zaak. Door de prospect met kleine stapjes content te ‘voeden’. Te informeren, te onderwijzen. Misschien zelfs te onderhouden. Sales komt daarbij nog niet ‘im Frage’. Advies wel.
Waarom zou je dan bij een lead nurturing email dit bericht afsluiten met een functie omschrijving die toch al naar sales riekt? Senior Koopadviseur (of in het engels: Senior Customer Consultant) klinkt toch al een stuk sympathieker?
Hoe kan jullie B2B online kanaal er wel voor zorgen dat prospects en klanten een volgende stap laat nemen in hun koopproces? Lees deze DutchmarQ whitepaper: ‘Is online onnodig in B2B Sales?‘.
/wp-content/uploads/2018/12/logo_DQ_kleur_2018-1.png00Paul Hassels Mönning/wp-content/uploads/2018/12/logo_DQ_kleur_2018-1.pngPaul Hassels Mönning2012-09-05 18:24:152012-09-06 09:14:48B2B Lead Nurturing: hoe sluit je af?
Q1: Wat is de belangrijkste informatie op jullie website als B2B bedrijf?
Q2: Hoe kun je jullie missie op de homepage het beste communiceren?
Q3: Wat bewijst jullie toegevoegde waarde in 1 oogopslag online?
A1: Jullie portfolio aan producten of diensten is niet het juiste antwoord.
A2: Een zinnetje als ‘de toonaangevende leverancier in ….’ is niet de beste manier…
A3: Het item in je hoofdnavigatie met Klantenlijst bewijst dat (nog) niet.
Twee of drie vragen fout? Lees dan de rest van deze blogpost.
Derde hersenhelft Zelf heb ik het wel eens over mijn ‘derde hersenhelft’ als ik verwijs naar mijn iPhone 4: steun en toeverlaat bij het opzoeken van weetjes, agenda en meer. Feitelijk gebruiken klanten wanneer ze besluiten nemen niet 1 maar 3 breinen. Allereerst de neo-cortex, dat rationele gegevens en informatie verwerkt. Ten tweede het midden-brein dat emotionele informatie verwerkt en tenslotte het oude brein ofwel reptielenbrein. Dat laatste onderdeel van ons brein vormt feitelijk ons koopinstinct. Neurowetenschappers geven aan dat dit deel van ons brein de kern is van de hersenen van de voorgangers van homo sapiens. En daarmee in essentie 500 miljoen jaar oud. De neuromarketing gaat er daarom vanuit dat het geschreven woord lang niet altijd dat oude brein prikkelt. De periode van onze geschiedschrijving is immers pas 20.000 jaar jong (!).
6 prikkels op het oude brein
Mede-oprichter van SalesBrain uit USA, Patrick Renvoise, schetst de 6 stimuli die wel dit oude brein prikkelen. Dit zijn respectievelijk:
Eigen belang: de klant is primair geinteresseerd in zichzelf, echt niet in jullie de leverancier.
Contrast; voor en na, zonder of met, uitstel of nu beslissen enzovoort.
Tastbaar: maak waar mogelijk de impact van je product of dienst ook tastbaar. In een recente campagne in e-dienstverlening #overmorgen bij opdrachtgever UWV werden ondermeer graffiti rondom het hoofdkantoor ingezet waar medewerkers letterlijk niet omheen konden.
Begin & eind; uit neuromarketing onderzoek blijkt dat de middelste van een set waarnemingen (een lijst, set webpagina’s) weinig impact hebben. De eerste en laatste worden relatief beter onthouden.
Visueel; het oude brein is visueel ingesteld. Houd dus de hoeveelheid tekst beperkt en prikkel met plaatjes.
Emotie! De portugese neuroloog en schrijver Antonio Damasio formuleert het als volgt; “we are not thinking machines that feel, we are feeling machines that think”.
Welke stappen dienen B2B marketing directeuren en sales executives te doorlopen bij het beter online prikkelen van het reptielenbrein van hun doelgroep?
I) Stel de pijn vast (‘pain’), benoem die en maak ‘m visueel
De homepage van een B2B bedrijf dat het oude brein van prospects, klanten en andere stakeholders maximaal wil prikkelen moet beginnen met de pijn van de klant. Zijn pijn, niet jullie producten of diensten.
II) Claim duidelijk jullie onderscheid en niet-kopieerbaarheid
Zo’n 95% van alle websites begint met een zin die lijkt op “we zijn 1 van de leiders op het gebied van XYZ’. Dat is onvoldoende. Je moet kunnen zeggen; “we zijn de enige leverancier in XXX, of we zijn de beste in onze markt”. Neem jullie niet kopieerbare boodschap als vertrekpunt.
III) Toon ook jullie toegevoegde waarde (‘gain’) zo concreet mogelijk aan.
De claim ‘We leveren hoogwaardige cloud services’ is nog geen bewijs voor het feit dat cloud services bij jullie in goede (of de beste!) handen zijn.
Welk bewijs leveren jullie voor jullie claim? Hoeveel waarde leveren jullie vs de kosten: klanten zijn (terecht) per definitie sceptisch. De 4 typen bewijs: a) klant cases, liefst in beeld en geluid uitgesproken. Dat zijn immers onafhankelijke 3rd partij getuigen van hoe jullie prestaties echt zijn. Referenties gaan bovendien over het verleden en bewezen feiten b) Demo, software of visuele demo. Al iets minder sterk, want kan suggestie wekken dat hiermee gemanipuleerd is c) Statistiek en andere (markt)data en d) visie – vertrouw me, we gaan jullie rijk maken omdat …
IV) Prikkel consistent het reptielenbrein
Doe dat in alle uitingen van je marketing, communicatie, sales en service het reptielenbrein. Doe dat door een mix van de bovengenoemde 6 stimuli.
B2B bedrijven maken over het algemeen minder gebruik van emotie in hun uitingen, daarover binnenkort een andere blogpost.
V) Verlaag de drempels en help de prospect een eerste stap te zetten
Zeker voor nederlandse ‘reptielenbreinen’ dient jullie website een risicoloos aanbod te bevatten om B2B prospects in beweging te krijgen. Een aanbod dat bovendien kristalhelder gecommuniceerd wordt: dit is de spreekwoordelijke ‘banaan’ uit het boek van marketing goeroe Seth Godin. Een risicoloos aanbod kan bestaan uit een artikel, publicatie, whitepaper of de uitnodiging om deel te nemen aan een webinar. Risicoloos, want kosteloos. En vanuit de luie burostoel te volgen (danwel na 5 minuten weer te stoppen mocht het alsnog niet bevallen).
Kijk eens naar jullie eigen website in B2B. Op welke manier prikkelt deze de koopknop in het reptielenbrein van jullie prospect en klant? Of is deze vooral geschreven vanuit jullie perspectief, jullie portfolio en jullie ‘gain’?
Hoe kan jullie B2B website er wel voor zorgen dat deze prospects en klanten prikkelt op de (spreekwoordelijke) ‘koopknop’ te drukken?
Het prikkelen (of doen afhaken) van mogelijke klanten begint natuurlijk al eerder in het oriëntatieproces online. Bijvoorbeeld in het zoekproces. Hoe kan SEO het verschil maken? Zie dit voorbeeld van Capgemini Consulting.
/wp-content/uploads/2018/12/logo_DQ_kleur_2018-1.png00Paul Hassels Mönning/wp-content/uploads/2018/12/logo_DQ_kleur_2018-1.pngPaul Hassels Mönning2012-09-04 20:56:442015-02-11 23:18:41Raakt jullie B2B website de koopknop in ’t brein van de klant?
Als nieuw social business platform wil Let’s Lunch na een vliegende start in ondermeer de USA nu ook in Nederland professionals via lunches nieuwe, relevante relaties laten ontdekken.
De mens is een sociaal dier en de meeste sociale media platforms voorzien in intensief virtueel contact met soortgenoten ver weg en dichtbij. Op congressen en beurzen komen de digitale en fysieke component steeds vaker samen via een twitter wall als ‘tweede scherm’ waarop de aanwezige deelnemers vragen en opmerkingen kunnen voorleggen aan sprekers, elkaar en het publiek elders. Vaak via een hashtag zoals #ITopEvent2012.
Maar we zijn in ons brein voorgeprogrammeerd om te kiezen voor het directe, menselijke contact als we echt belangrijke beslissingen moeten nemen. Ons oude brein weegt zonder dat we daar bewust van zijn ook het oogcontact en de body language van een nieuwe collega of leverancier bij het maken van een koopbeslissing.
Allain Silbernberg en Dick Ettema van friendship reclameburo Bite the Lemon uit Amsterdam ging op hun Mid Summer event nog een ludieke stap verder door de lancering van een nieuw sociaal platform Huggspot.com. Als ’the next big thing’ in sociale netwerken die de kracht van virtuele en real-life ontmoetingen tussen zakenpartners centraal stelt en bezegelt met een omhelzing (de ‘hug’).
Sociale netwerken & kans op business
Verreweg de meeste interactie op sociale media is ongestructureerd, relatief willekeurig en oppervlakkig. Waarmee deze sociale media netwerken lang niet altijd business opleveren zoals beschreven in mijn vorige DutchmarQ blogpost. Uitzonderingen zijn de betere blogposts waar een diepere analyse gevolgd kan worden door interactie met derden. En daarna als content gevonden, gedeeld wordt en converteert in leads via zogenaamde inbound marketing.
De benefits van een hybride (want virtueel en fysiek) sociaal platform als Let’s Lunch lijken duidelijk: er komt een slimme match tot stand, intensiever menselijk contact en een kennismaking tijdens een rustmoment in de dag die uitgaat van reciprociteit. Gaat Let’s Lunch als wederkerig social business netwerk echt het verschil maken en op termijn zelfs LinkedIn passeren?
Wie heeft er nog tijd voor lunch?
Wij Nederlanders staan niet echt bekend om onze uitgebreide lunchcultuur. Onze zuiderburen grappen vaak over het hollandse broodje kaas en glaasje melk. Haastig geconsumeerd tussen de ochtendvergadering en de workshop ’s middags.
Let’s Lunch gaat er vanuit dat tijd juist niet het struikelblok is. De online elevator pitch van Let’s Lunch luidt dan ook vrolijk: “Let’s Lunch Nederland maakt gebruik van de tijd die mensen toch al hebben om te gaan lunchen door het vinden van nieuwe zakenpartners.”
Hoe werkt Let’s Lunch?
Het aanmaken van je profiel kan eenvoudig door hergebruik te maken van de gegevens uit een bestaand social media profiel. Via social login kun je bijvoorbeeld de informatie van LinkedIn gebruiken om die gegevens over te nemen en waar gewenst deze aan te passen. De volgende stap is het instellen van de zakelijke interesses en deze per sector te specificeren. Uiteraard geef je ook op wanneer je beschikbaar bent voor lunch en op welke locaties dit schikt. Handmatig, wel te verstaan want een connectie naar je agenda ontbreekt nog.
Daarna vindt via een algoritme een match met de mogelijke business partner plaats. Beide professionals aan wie de match voorgesteld wordt kunnen deze accepteren of afwijzen.
Katherine Kucherenko is country manager voor Let’s Lunch Nederland en benadrukte mij onlangs dat Let’s Lunch niet bedoeld is als de professionele tegenhanger van meer romantische matching engines als e-matching of Lexa. En dat het matchen door Let’s Lunch uiteraard niet alleen aan het algoritme wordt overgelaten: “je kunt zelf andere professionals vinden gefilterd op onder andere sector, persoonlijke interesses en/of locatie. Vervolgens kun je een onbeperkt aantal professionals voor een lunch uitnodigen. Ook is het versturen van persoonlijke berichten naar iemand buiten jouw netwerk mogelijk (in tegenstelling tot LinkedIn), tenzij deze persoon heeft aangegeven niet door onbekenden met een bericht te willen worden benaderd.”
Social matching: meerdere dimensies
Effectieve social matching gaat wat mij betreft – niet gehinderd door het ontbreken van eigen wetenschappelijk onderzoek daarnaar – verder dan het opereren in dezelfde branche of het dragen van dezelfde titel als VP, business developer of senior engineer op je kaartje. En ook verder dan het hebben van een gezamenlijke professionele belangstelling voor bijvoorbeeld online marketing. Zeker in business-to-business gaat het immers om relatief zeer intensieve relaties met weinig klanten. Marketing en sales in business-to-business is mensenwerk, en zou je dus ook kunnen omschrijven als ‘people-to-people’.
Social matching zou idealiter juist ook rekening moeten houden met de overlap in bijvoorbeeld persoonlijkheid, introvert of extrovert zijn, type opdrachtgevers voor wie men gewerkt heeft (cq wil werken!), netwerk in de academische wereld, bookmarks online gedeeld via AddThis of Delicious, sporten en hobbies zoals gedeeld op facebook, type foto’s zoals gedeeld op Pinterest, Instagram of Flickr, boeken gelezen, blogposts geschreven of becommentarieerd, referenties van collega’s en klanten enzovoort. En uiteraard op het gezamenlijk vormen van een passende vraag- en antwoord combinatie.
Expliciete uitingen dus van hoe we als mens in elkaar steken. En daarmee eigenlijk nog maar het topje van de ijsberg van wie we werkelijk zijn. Zolang resultaten van hersenscans zoals fMRI of eye-tracking echter nog geen onderdeel vormen van sociale media profielen moeten we het hiermee doen. Neuromarketing combineert als relatief nieuwe discipline de psychologie van de klant met hersenwetenschappen.
So Let’s Lunch?
Elk hulpmiddel om meer gericht te netwerken juich ik toe, zeker als het nuttige met een aangename lunch kan worden gecombineerd. Of Let’s Lunch in Polderland het verschil gaat maken moet nog blijken. De fysieke lunch component van Let’s Lunch lijkt op zichzelf een te karige boterham om het verschil te maken met de kracht van bijvoorbeeld LinkedIn. Slimmere koppelingen naar je agenda (tijd) en smart phone (plaats) zijn nodig voor een spreekwoordelijke smakelijke laag boter op die basis-boterham. Maar Let’s Lunch wordt pas echt een smakelijke pistolet brie als meer, ‘rich content’ wordt ingezet bij het matchen van gelijkgestemde lunch buddies die zich nog niet bewust zijn van de waarde die zij voor elkaar hebben.
Lunch of koffie?
Wil je tijdens een kop koffie, glas jus d’orange of meer uitgebreide lunch persoonlijk kennismaken om onze wederzijdse kansen in B2B online marketing te bespreken? Laat dan hier een berichtje achter.
Borrels, workshops, open coffee, beurzen, congressen, terugkomdagen van de alumni vereniging… Kansen te over om desnoods 24/7 te netwerken. En zo je bestaande netwerk te onderhouden en liefst verder uit te breiden. Maar hangt effectief netwerken niet te vaak van het toeval af, hoewel er misschien wel sprake van een amusante ontmoeting of wat oppervlakkige chitchat? Prietpraat die eigenlijk geen echte kans biedt op een vervolgstap die wederzijds waardevol is en vroeger of later tot business leidt.
Hoe effectief vind jezelf jullie netwerken? En zeg eens eerlijk: hoeveel business heb je in 2012 tot nu toe gehaald door het intensieve netwerken in 2011?
Netwerken: de moeite waard.
Netwerken loont, zo wijst onderzoek door Davenport, Cross en Cantrell in 2005 uit. Succesvolle professionals zijn significant betere netwerkers. Niet alleen hebben zij een veel groter netwerk, ze worden ook veel vaker door de mensen om hen heen geraadpleegd en zijn veel actiever in het uitwisselen van waardevolle informatie. Het onderhouden van hun netwerken bestaat niet uit het vergaren van zoveel mogelijk visitekaartjes in hun digitale rolodex maar uit het delen van inzichten, kennis en relaties in hun ecosysteem van relaties.
Daarbij is het mijn persoonlijke overtuiging dat succesvoller netwerkers daarin geen scheiding tussen zakelijk en privé aanleggen. Maar vanuit een dieper besef waar zij voor staan en wat ze voor wie willen betekenen dit ‘netwerken’ ook op de tennisbaan, bij de Albert Heijn en in de trein vol verve doen.
Netwerken als marktplaats van vraag & antwoord
In 2005 bezocht ik een Microsoft EMEA Gold Partner event in Lissabon, Portugal. Met min of meer gebruikelijke congressabilia zoals een receptiebalie met badges, een congresmap per deelnemer inclusief heuse smartphone (uiteraard op basis van Microsoft OS), en diverse keynote speeches inclusief de bigger-than-life Microsoft CEO Steve Ballmer.
Echt slim vonden mijn toenmalige Capgemini collega’s en ik de mogelijkheid om vooraf via een online portal te zien welke deelnemers van Microsoft partners en klanten er zouden zijn, en hoe hun gezamenlijke markt van vragen en mogelijke antwoorden eruit zag. Het portal voorzag in de mogelijkheid om voor het congres een aantal korte meetings van zo’n 30 minuten elk in te plannen in een speciaal voor dat doel ingerichte Meet & Greet-zone. Simpel maar briljant.
Werken sociale netwerken als business netwerken?
Sinds dat jaar 2005 zijn sociale media jaar na jaar prominenter geworden, zowel privé als zakelijk. De kracht van sociale media staat voor mij buiten kijf. Content creatie en curatie, SEO / vindbaarheid online, lead generatie, crowdsourcing, maar ook innovatie en webcare zijn slechts enkele voorbeelden van de kracht van sociale media.
Toch lijkt het gedrag van menig LinkedIn en facebook gebruiker nog te vaak op de postzegelverzamelaar van toen. Zonder persoonlijk schrijven word je soms – nog voordat een fysieke ontmoeting heeft plaatsgehad – uitgenodigd om te ‘connecten’. En zie je vervolgens periodiek ook van die nieuwe relatie zijn of haar updates in rol omschrijving en nieuwe connecties virtueel voorbij vliegen.
Communities op LinkedIn werken vooral voor kennisdeling mits voorzien van goede toegangscontrole aan de poort, intensieve moderatie en duidelijke huisregels om bijvoorbeeld ongebreidelde zelfverheerlijking en reclame te voorkomen.
Social matching
Wat is goede social matching? De definitie van McDonald en Terveen: Social matching systems bring people together in both physical and online spaces. They have the potential to increase social interaction and foster collaboration.
Netwerken – gedefinieerd als het op continue kennis delen, iets willen toevoegen aan je netwerk – kan zowel intern binnen bedrijven of extern met prospects, partners, klanten, algemeen publiek en andere belanghebbenden.
De meest succesvolle netwerkers zijn bewust van het feit dat van hen ook iets verwacht wordt. Zij zijn voortdurend bezig met het verspreiden van eigen kennis en het evalueren van de informatie waar zij tegenaan lopen. En als de andere partners in hun netwerk dat ook doen wordt er op basis van wederkerigheid waarde gecreëerd. Technologieën en platforms die dit voor professionals faciliteren zijn met recht sociale netwerken en daarmee waardevol als business tools. Ze gaan daarmee verder dan het identificeren en koppelen van leden van de community als ware zij vee op een menselijke veemarkt.
Wellicht dat we in de nabije toekomst social matching oplossingen zien ontstaan die – in de geest van de film Minority Report met Tom Cruise – op basis van NFC / near field communications en Augmented Reality tagclouds met gezamenlijke interesses op de badges, kleding of voorhoofden van congresdeelnemers laten oplichten op het moment dat men binnen een straal van 10 meter van elkaar staat. Of die uit tienduizenden blogs en tweets een lijstje-op-maat genereren van mensen die elkaar ’toch echt zouden moeten leren kennen’, op onderwerp of vraag gecategoriseerd. Zover is het vandaag bij mijn weten nog niet. Wel is het binnenkort ook in Nederland tijd voor ‘Let’s Lunch’ als social matching platform.
Let’s Lunch dit najaar ook in Nederland van start
Let’s Lunch biedt professionals de kans om via lunches nieuwe, relevante relaties te ontdekken. En doet dat onder de ietwat optimistische claim: “Let’s Lunch maakt gebruik van de tijd die mensen toch al hebben om te gaan lunchen door het vinden van nieuwe zakenpartners.” Onlangs sprak ik (bij een jus d’orange, geen lunch) Katherine Kucherenko die als country manager van dit nieuwe groeiende sociale business platform de introductie van Let’s Lunch in Nederland begeleidt.
Let’s Lunch is in de Verenigde Staten vanaf de lancering in februari 2012 uitgegroeid naar ruim 12.000 gebruikers. Na de USA is Let’s Lunch allereerst in de ogenschijnlijk wat willekeurige gekozen landen Nieuw Zeeland (broodje schapenvlees bij de lunch?) en Italië (met natuurlijk een prima keuken en lunchcultuur) neergestreken. Sinds de lancering in april en mei dit jaar vertoont Let’s Lunch ook in die landen een sterke groei.
In een volgende blogpost daarom een meer uitgebreide review van de beoogde functionaliteit en waarde van Let’s Lunch. Juist ook in relatie tot de werking die social matching wat mij betreft in B2B zou moeten hebben om blijvend ‘wow-factor’ op te roepen.
Meer weten over de rol van het online kanaal als matchmaker bij het bij elkaar brengen van vraag en aanbod in B2B sales? Lees dan deze DutchmarQ whitepaper: ‘Is online onnodig in B2B Sales?‘.
We gebruiken cookies om te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Bij verder gebruik van de website, gaan we ervan uit dat je hiermee instemt. Zie voor meer informatie het dutchmarq privacystatement.